2 Koningen 10:15

SVEn van daar gegaan zijnde, zo vond hij Jonadab, den zoon van Rechab, hem tegemoet; die hem groette; en hij zeide tot hem: Is uw hart recht, gelijk als mijn hart met uw hart is? En Jonadab zeide: Het is, ja, het is; geef uw hand. En hij gaf zijn hand, en hij deed hem tot zich op den wagen klimmen.
WLCוַיֵּ֣לֶךְ מִשָּׁ֡ם וַיִּמְצָ֣א אֶת־יְהֹונָדָב֩ בֶּן־רֵכָ֨ב לִקְרָאתֹ֜ו וַֽיְבָרְכֵ֗הוּ וַיֹּ֨אמֶר אֵלָ֜יו הֲיֵ֧שׁ אֶת־לְבָבְךָ֣ יָשָׁ֗ר כַּאֲשֶׁ֤ר לְבָבִי֙ עִם־לְבָבֶ֔ךָ וַיֹּ֨אמֶר יְהֹונָדָ֥ב יֵ֛שׁ וָיֵ֖שׁ תְּנָ֣ה אֶת־יָדֶ֑ךָ וַיִּתֵּ֣ן יָדֹ֔ו וַיַּעֲלֵ֥הוּ אֵלָ֖יו אֶל־הַמֶּרְכָּבָֽה׃
Trans.wayyēleḵə miššām wayyiməṣā’ ’eṯ-yəhwōnāḏāḇ ben-rēḵāḇ liqərā’ṯwō wayəḇārəḵēhû wayyō’mer ’ēlāyw hăyēš ’eṯ-ləḇāḇəḵā yāšār ka’ăšer ləḇāḇî ‘im-ləḇāḇeḵā wayyō’mer yəhwōnāḏāḇ yēš wāyēš tənâ ’eṯ-yāḏeḵā wayyitēn yāḏwō wayya‘ălēhû ’ēlāyw ’el-hammerəkāḇâ:

Algemeen

Zie ook: Hand (lichaamsdeel), Hart (lichaamsdeel), Jehu (koning), Jonadab (zn. v. Rechab), Rechabieten

Aantekeningen

En van daar gegaan zijnde, zo vond hij Jonadab, den zoon van Rechab, hem tegemoet; die hem groette; en hij zeide tot hem: Is uw hart recht, gelijk als mijn hart met uw hart is? En Jonadab zeide: Het is, ja, het is; geef uw hand. En hij gaf zijn hand, en hij deed hem tot zich op den wagen klimmen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֵּ֣לֶךְ

-

מִ

-

שָּׁ֡ם

daar

וַ

-

יִּמְצָ֣א

zo vond hij

אֶת־

-

יְהוֹנָדָב֩

Jónadab

בֶּן־

den zoon

רֵכָ֨ב

van Rechab

לִ

-

קְרָאת֜וֹ

hem tegemoet

וַֽ

-

יְבָרְכֵ֗הוּ

die hem groette

וַ

-

יֹּ֨אמֶר

en hij zeide

אֵלָ֜יו

tot

הֲ

-

יֵ֧שׁ

hem: Is

אֶת־

-

לְבָבְךָ֣

uw hart

יָשָׁ֗ר

recht

כַּ

-

אֲשֶׁ֤ר

gelijk als

לְבָבִי֙

mijn hart

עִם־

met

לְבָבֶ֔ךָ

uw hart

וַ

-

יֹּ֨אמֶר

zeide

יְהוֹנָדָ֥ב

is? En Jónadab

יֵ֛שׁ

Het is

וָ

-

יֵ֖שׁ

ja, het is

תְּנָ֣ה

geef

אֶת־

-

יָדֶ֑ךָ

uw hand

וַ

-

יִּתֵּ֣ן

En hij gaf

יָד֔וֹ

zijn hand

וַ

-

יַּעֲלֵ֥הוּ

klimmen

אֵלָ֖יו

en hij deed hem tot

אֶל־

zich op

הַ

-

מֶּרְכָּבָֽה

den wagen


En van daar gegaan zijnde, zo vond hij Jonadab, den zoon van Rechab, hem tegemoet; die hem groette; en hij zeide tot hem: Is uw hart recht, gelijk als mijn hart met uw hart is? En Jonadab zeide: Het is, ja, het is; geef uw hand. En hij gaf zijn hand, en hij deed hem tot zich op den wagen klimmen.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!